Kaarters2001 alias Kul - Karel - Mark - Bankes - Jeroen - Johan KAARTREGLEMENT KLEURENWIEZEN Aan de hand van de gekregen kaarten moet je trachten een geboden spel te halen of te doen mislukken. Nodig : 52 kaarten bestaande uit van lage kleur naar hoge kleur : 13 schoppen, 13 klaveren, 13 ruiten (=koekes) en 13 harten. De 13 kaarten van elke kleur hebben de volgende waarde van laag naar hoog : van 2 tot 10, de boer, de dame, de heer en de aas. Het spel wordt gespeeld met 4 spelers die elk 13 kaarten krijgen, verdeeld in drie rondes waarin respectievelijk 4, 4 en 5 kaarten ontvangen worden. De deler bediend zichzelf het laatst. Het delen en het spelen gebeurt in wijzerszin. Indien er vijf of meerdere spelers zijn dan geeft de deler de kaarten aan de vier spelers die na hem zitten en hijzelf en de anderen blijven af. Vooraleer definitief van start te gaan wordt er eerst een steekspel gehouden d.w.z. de kaarten worden verdeeld, geschikt en weerom bij elkaar gevoegd. De kaarten mogen nooit dooreen geschud worden na een spel! De kaarten en de slagen worden gewoon opgeraapt en tot een nieuwe stapel gevormd. Elke keer voor er gedeeld wordt (= een nieuw spel), wordt het kaartenpak in twee gesneden (= afgepakt) door de speler die voor de deler zit. De onderste helft wordt vervolgens bovenop gelegd. Het afgenomen pak moet minstens 4 kaarten bevatten zonder echter doelbewust de kaarten te tellen. En er moeten minstens 4kaarten blijven liggen. (Sanctie : het pak in oorspronkelijke staat leggen en opnieuw afpakken.) De mogelijke geboden spelen met hun te behalen slagen en punten zijn van laag naar hoog : niveau spel slagen punten overslag/slag te kort 1 alleen min 5 2 1 1 twee min 8 2 1 2 kleine miserie 0 9 3 abondance min 9 12 4 grote miserie 0 15 5 troel min 9 of 10 4 2 6 blote miserie 0 30 7 solo slim 13 150 Vermits troel (zie verder) moet gespeeld worden, moet dit onmiddellijk gemeld worden d.w.z. voordat het opbieden begint. Wie troel heeft zegt troel of kaka. De andere zeggen pastroel of zizi. De eerste speler na de deler begint met het opbieden, en dit nadat hij er zich van heeft vergewist dat er geen troel wordt gespeeld. In de eerste biedronde kiest men - ofwel voor een kleur S - K - R - H waarbij men te kennen geeft dat men wil spelen op niveau 1, - ofwel voor een spel van niveau 2 tot 7, - ofwel neemt men niet deel aan het spel en past men, men zegt dan ook PAS De spelers die een kleur vragen (niveau 1) kunnen later niet overschakelen naar een hoger niveau, wel naar een hogere kleur op hetzelfde niveau Een speler die heeft geboden op een niveau tussen 2 en 7 kan nog naar een hoger niveau , maar enkel wanneer een andere een hoger bod (op hetzelfde of een hoger niveau) heeft gedaan. De allereerste bieder heeft het recht om "rondpas" te vragen. Wanneer de tweede en derde speler hiermee akkoord gaan (en dit bevestigen door RONDPAS te zeggen) worden de kaarten bij elkaar gevoegd en men herbegint met het spel te snijden, te delen en te bieden. Het gevolg hiervan is dat de punten van het volgende gespeelde spel verdubbeld worden. Het spelen van verschillende rondpassen na elkaar heeft NIET tot gevolg dat de punten meermaals verdubbeld worden. Ter verduidelijking, een uitgepast of doodgedaan (zie verder) spel wordt ook als een gespeeld spel beschouwd. Bij een uitgepast spel wordt er door een of meerdere personen al dan niet een kleur gevraagd zonder dat er iemand tot een beslissing komt en iedereen in het spel past. De eerste bieder kan eveneens "wachten". Hierbij laat hij eerst de anderen aan het woord en wanneer hij weer aan de beurt is kan hij enkel iemand vervoegen die een kleur gevraagd heeft of passen. Indien in de allereerste ronde de eerste drie personen elk een andere kleur vragen (niveau 1) dan kan (= recht, geen plicht) de vierde het spel "dood doen" op voorwaarde dat hij van de vierde kleur minstens vijf kaarten in bezit heeft. Na het "dood doen" wordt een nieuw spel begonnen en dit spel kent de gewone puntentelling. Een eventuele voorgaande rondpas verliest hiermee de verdubbeling van de punten. Regels niveau 1 Het is de bedoeling dat met de gekregen kaarten ofwel min. 5 slagen gehaald worden door 1 speler ofwel min. 8 slagen door twee spelers en dit met een troefkleur die ze zelf kiezen. In de allereerste biedronde mag er enkel een kleur gevraagd worden (die nog niet door iemand anders gevraagd is) waarbij dus aan de andere spelers de mogelijkheid geboden wordt om de kleur te volgen en bijgevolg met twee te spelen. Indien er geen definitieve beslissing gevallen is voor alle vier spelers komen er een of meerdere extra biedrondes, met een maximum van 3 ?. Hierin kan de speler aan het woord besluiten om - zijn eerste gevraagde kleur opnieuw te vragen op voorwaarde dat er nog iemand met een lagere kleur hem kan vervoegen, - een hogere kleur te vragen op voorwaarde dat er nog iemand met een hogere kleur hem kan vervoegen, - ofwel kiest hij ervoor om het spel alleen te spelen in zijn laatst gevraagde kleur of in een hogere kleur waarbij niemand van de andere spelers hem nog kan vervoegen. Wanneer het spel beslist is kan er begonnen worden met het opbieden. Wie alleen gaat biedt uiteraard voor zichzelf. Bij een spel met twee begint de speler te bieden die meegegaan (gevolgd) is. Enkel hij mag beslissen zonder inspraak van de partner. Wanneer er minimum 11 slagen moet geboden worden kan hij het woord geven aan zijn partner en heeft hij geen inspraak meer. Om dit te kennen te geven zegt hij pastroel. Wanneer de speler die de vrager volgt echter niet meer opbiedt en pas zegt kan de vrager wel nog verder bieden, wel echter in dezelfde kleur. Het opbieden begint met de speler(s) met de laagste kleur en eindigt met de hoogste kleur.De speler verhoogt bijgevolg het minimum aantal slagen met 1 of meer waardoor de volgende kleur(en) dit aantal moeten meevolgen, verhogen of passen. Na de hoogste kleur is het woord weer aan de laagste. Een speler alleen kan niet meer punten bekomen dan er gelden voor een gehaald spel van 8 slagenongeacht het aantal overslagen dat hij haalt. Vb. puntentelling : te behalen slagen behaalde slagen punten (per persoon) 6 7 2+1=3 6 8 2+2=4 8 9 2=2 9 10 2=2 7 6 -(2+1)=-3 Een spel met twee volgt dezelfde redenering. Wanneer ze echter alle slagen behalen spelen ze 'rond' en wordt hun aantal punten verdubbeld. Hogere niveaus 2 - Kleine miserie Hierin geeft iemand te kennen dat hij met zijn/haar kaarten geen enkele slag gaat behalen en dit na het afleggen van 1 kaart door alle spelers voor het begin van het spel zonder dat deze kaarten getoond mogen worden. Buiten de spellen van niveau 3 - 7 kan een kleine miserie afgeblokt worden door niveau 1 op voorwaarde dat een speler alleen min. 8 slagen biedt en een spel met twee spelers min. 11 slagen. Zodra iemand kleine miserie gezegd heeft kan er bijgevolg nog gevraagd worden met de bedoeling dat er iemand meegaat maar dan wel direct 11 slagen zegt ofwel pastroel waardoor de vrager beslist om 11 slagen te spelen of niet. In geval van afblokking kan de speler die eerst kleine miserie voorstelde nog grote miserie zeggen, of een ander spel van hoger niveau Kleine miserie kan eveneens gespeeld worden door twee spelers die echter wel elk voor eigen rekening spelen. Slechts de eerste twee bieders van kleine miserie zijn gerechtigd (bijgevolg is een eventuele derde speler die kleine miserie wil spelen genoodzaakt een ander spel te bieden). Bij 1 speler ontvangt/verliest de bieder 9 punten en de overige 3 spelers verliezen/ontvangen elk 3 punten. Bij 2 spelers winnen/verliezen de spelers elk 9 punten wanneer ze allebei winnen/verliezen. Wanneer 1 speler wint en de andere verliest heeft de winnaar 9 punten, de verliezer verliest er 9. De twee overige spelers winnen noch verliezen punten. 3 - Abondance Iemand die verwacht 9 slagen te kunnen behalen kan onmiddellijk abondance zeggen. Hij kan wel zelf de troef bepalen en moet zelf het spel openen (=de eerste kaart spelen). Meerdere personen kunnen abondance bieden maar dan wordt er gekeken naar de kleur en mag de hoogste kleur gaan tenzij er door een lagere kleur meer slagen geboden worden. 3 - Grote miserie In tegenstelling met kleine miserie wordt er bij grote miserie geen kaart weggelegd en blijft de bedoeling dat er geen enkele slag verkregen wordt. Afblokking door niveau 4 tot 7. 5 - Troel Troel wordt verplicht gezegd door degene die minimum 3 azen heeft. Bij troel met 3 azen wordt de speler met de vierde aas de partner en wordt door deze uitgekomen. Na deze slag wordt de troef gekozen en wordt deze uitgekomen = vijfde kaart op tafel. Is de vijfde kaart gelijk aan de kleur van de vierde aas moet er voor gespeeld worden voor negen slagen. Wanneer een andere kleur wordt gekozen, dient men minstens 10 slagen te halen om het spel te winnen. Bij troel met 4 azen wordt harten de verplichte troef, en degene van de andere spelers met de hoogste harten wordt de partner. Deze moet zijn hoogste harten uitkomen. Vermits in dezelfde kleur gespeeld wordt, moeten er minstens 9 slagen gehaald worden om het spel te winnen. 6 - Blote miserie De persoon die blote miserie zegt heeft de bedoeling geen enkele slag te verkrijgen met zijn kaarten open en bloot op tafel gelegd. Hij moet zijn kaarten pas blootgeven nadat de eerste slag is gevallen. 7 - Solo slim Top of the game. 13 slagen door 1 persoon. Deze persoon maakt natuurlijk zelf zijn troef maar in tegenstelling tot abondance mag hij niet het spel openen. Net als bij niveau 1 en de verschillende miseries werpt de eerste speler na de deler de eerste kaart en dient iedereen zijn beurt af te wachten. Verboden : shotten onder tafel, in andermans kaarten kijken, hints geven. Toegelaten : pinten pakken , sigaren doempen, scheten en boeren laten en de vrouwen belachelijk maken.
|